De Boeddha’s van Bamyan (Pasjtoe: د بودا بتان په باميانو کې De Buda butan pe bamiyano ke, Perzisch: تندیس‌های بودا در باميان tandis-ha-ye buda dar bamiyaan) waren twee monumentale standbeelden van staande boeddha’s, 38 en 55 meter hoog uitgehouwen in de zijkant van een klif in de vallei in de Centraal-Afghaanse provincie Bamyan, zo’n 230 km ten noordwesten van Kaboel, op een hoogte van 2500 meter. Ze werden gebouwd gedurende de 6e eeuw, in de klassieke Grieks-boeddhistische stijl. Het grootste beeld stelde Dipankara voor.

Het hoofddeel was direct uit de zandstenen klif gehakt, maar details werden toegevoegd in een mix van modder met stro en overdekt met een pleisterlaag. Deze laag, die zo goed als volledig was weggesleten, was beschilderd om de uitdrukking op de gezichten, de handen en de plooien van de gewaden te benadrukken; de grotere was karmijnrood geverfd, terwijl de kleinere met meerdere kleuren was beschilderd.[1] De onderste delen van de armen waren geconstrueerd uit hetzelfde mengsel van stro en klei, en werden ondersteund door houten stellages. Er wordt verondersteld dat de bovenste delen van de gezichten enorme houten maskers of mallen waren. De rijen gaten die op de foto’s te zien zijn waren bedoeld voor houten pinnen die de pleisterlaag stabiliseerden.

De boeddha’s, die zich bevonden in het Afghaanse Nationaal Museum, werden in de eerste week van maart 2001 vernietigd door de taliban. Deze negeerden internationale protesten en bliezen de twee beelden op, waarbij ze zeiden dat het “afgoden” betrof die onder de islam verboden zouden zijn.[2] Onder andere Japan, Zwitserland en UNESCO hebben hun steun beloofd voor de herbouw van de beelden.

Het cultuurlandschap en de archeologische overblijfselen van de Bamiyanvallei werden in 2003 door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst.

Afmetingen N/B
Wat onze klanten zeggen
19 beoordelingen