Van de twee Tijden van de Dag die op de sarcofaag aan Giuliano’s voeten liggen, is Nacht zeker de bekendste, zowel om literaire als artistieke redenen, aangezien Vasari’s uitgave van de Levens uit 1550 al het kwatrijn van Giovan Battista di Lorenzo Strozzi bevatte, genaamd il Vecchio:

De zoet slapende Nacht waarnaar je kijkt
heeft al het leven dat een engelenhand aan steen kan geven;
en dus leeft ze, omdat ze slaapt:
maak haar wakker, als je er nog steeds aan twijfelt; zij zal spreken

– een ode aan het beeld volgens de topos van de illusie van leven die daar verborgen zit – en het trotse antwoord van Michelangelo in naam van de Nacht zelf:

Kostbaar is de slaap, het is beter om van steen te zijn,
zolang de onderdrukking en de schaamte nog voortduren;
omdat ik niet zie en niet hoor, ben ik gezegend;
dus maak me niet wakker, stilte! praat wat zachter

verwijzend naar de dramatische politieke situatie in Florence en Italië.

In het licht van Michelangelo’s dichtregels is Vasari’s commentaar op de Nacht niet alleen naturalistisch, beperkt tot woorden als ‘de stilte van iemand die slaapt’ en ‘in de sluimering van deze figuur kan het levende beeld van de slaap worden gezien’; wanneer hij het heeft over ‘het verdriet en de melancholie van iemand die iets groots en waardevols heeft verloren’, doelt hij ook op het psychologische aspect van de figuur.

Vanwege de talrijke attributen lijkt Nacht, vergeleken met de andere beelden op de sarcofagen, directer gerelateerd te zijn aan de planningsfase die zichtbaar is in een tekening, een kopie van het verloren gegane origineel van Michelangelo, waar de liggende vrouwelijke en mannelijke figuren respectievelijk de maansikkel en de stralen van de zon om hun identiteit aan te geven. Liggend in de houding van een slapende figuur op een doek waarvan het ene uiteinde haar dij bedekt, draagt ​​ze een diadeem met een maansikkel en een ster op haar voorhoofd, die, samen met een sluier, haar gescheiden haar stilhoudt en eindigt met een zware vlecht. Dicht bij haar arm hangt een masker dat bedrieglijke dromen voorstelt, terwijl een nachtelijke roofvogel, een uil, vanuit de ruimte onder haar been naar buiten kijkt, en onder haar voet ligt een bundel papavercapsules die op slaap zinspelen.

Omdat er bij de andere drie beelden geen symbolen voorkomen, is het moeilijk ze te identificeren, en hun namen zijn inderdaad een vexata quaestio; volgens Raffaello Borghini (1584) hing de naam ervan volledig af van de mondelinge traditie die was opgetekend door Vasari, die ze met de eerste editie van de Lives overdroeg aan de gedrukte literatuur over de kunsten. Maar Michelangelo zelf had in ieder geval de namen van de Dag en de Nacht in zijn tekening geschreven met profielen van sokkels voor de Sacristie.

Afmetingen N/B
Wat onze klanten zeggen
66 beoordelingen