Alle goden uit de klassieke Griekse mythologie waren uitgenodigd voor een feestje, behalve Eris, de godin van de strijd. Zij nam wraak door een gouden appel met de inscriptie “Aan de mooiste godin” tussen de feestgangers te gooien. Maar wie de mooiste godin was, daar kon men het niet over eens worden. Daarom werd de keuze gegeven aan de aardse zoon van een koning, Paris. De keuze ging tussen Juno, Minerva en Venus, en het was de laatste, godin van de schoonheid en liefde, die won en de appel kreeg. Het beeld stelt Venus voor na de schoonheidswedstrijd. Met haar ene hand grijpt ze de kleren op de boomstronk om ze weer aan te trekken. Met de andere hand houdt ze het teken van schoonheid voor haar bewonderende blik.